De Tijd – Ontbijt met De Tijd | Na zijn ingenieursstudies werkte hij lang voor een groot industrieel bedrijf. Vandaag is hij een activist en verplicht hij olieconcerns als Shell en BP te vergroenen.
Terwijl hun resoluties vroeger vrijwel altijd werden weggestemd, winnen Van Baal en co. stilaan medestanders. Tot groeiende ergernis van de oliemajors: Exxon Mobil opende een omstreden rechtszaak tegen Follow This en het activistische beleggerscollectief Arjuna Capital. ‘Dat zo’n mastodont een rechtszaak tegen een kleine Amsterdamse ngo begint, is overkill. Maar het bewijst hoe effectief onze klimaatresolutie is. Het heeft ons ook veel wereldwijde aandacht opgeleverd. Plots kende iedereen ons’, zegt Van Baal glimlachend.
‘Maar goed, prettig is het niet’, vervolgt hij ernstig. ‘Hun doel is natuurlijk ons op kosten te jagen.’
[…]
Van Baal, met grijze krulletjes en veel lachrimpels rond de ogen, lijkt dat overtuigen nochtans al goed in de vingers te hebben. Hij brengt zijn verhaal snel en nuchter en maakt een zachtaardige, maar vastberaden indruk.
‘In het begin werd Follow This vaak weggezet als ‘een sympathiek initiatief’. Dat was frustrerend’, zegt hij. ‘Maar mettertijd draaiden veel pensioen- en investeringsfondsen bij en namen ze hun verantwoordelijkheid als aandeelhouders. Ze hebben begrepen dat de klimaatverandering de wereldeconomie, en dus hun beleggingen, hard kan raken. De kortetermijnwinst woog niet meer op tegen de schade op de lange termijn.’
Begin dit jaar kon Van Baal 27 institutionele beleggers, zoals verzekeraars en fondsen, rond zich verzamelen, goed voor 4.000 miljard euro beheerd vermogen. Ze steunen zijn klimaatresolutie niet alleen, ze dienen ze ook mee in. Onder hen het Belgische Degroof Petercam en het Franse Amundi.
Begrijpt hij beleggers die hem niet volgen? ‘Moeilijk. Ze zitten, net als de bestuurders, vast in hun comfortzone. Dat het Noorse fonds NBIM (de tweede grootste aandeelhouder van Shell en het grootste staatsinvesteringsfonds ter wereld, red.) weigert ons te steunen, kan ik moeilijk bevatten.’
[…]
Lees het hele interview van Emilie Moors in De Tijd